Geachte mevrouw de Minister,
Geachte heer Staatssecretaris,
De Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie vervult haar wetenschappelijke opdracht onder de hoge bescherming van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten en de Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique.
Het wetenschapsdomein van de Commissie is de studie van de onomastiek (toponymie en antro-ponymie) en de dialectologie, vooral in België en zowel op Germaans als op Romaans gebied. Daartoe geeft ze wetenschappelijke studies (Handelingen, Werken, Overdrukken) over deze dis-ciplines uit en onderhoudt contacten met binnen- en buitenlandse instituties die in dezelfde do-meinen actief zijn. De Commissie is eveneens een wetenschappelijk adviesorgaan waarop de overheid regelmatig een beroep doet.
Statutaire vergaderingen
De statutaire vergaderingen hebben plaatsgehad in de lokaliteiten van het Paleis der Academiën in Brussel (Hertogsstraat 1) op 28 januari, 27 mei en 28 oktober resp. 4 november 2013. Er wer-den zes sectievergaderingen belegd: in elk van de twee secties telkens op 28 januari en 27 mei; verder in de Vlaamse sectie op 28 oktober en in de Waalse op 6 november 2013. De plenaire vergadering werd op 28 januari 2013 gehouden en de (gemeenschappelijke) bestuursvergadering op 27 mei 2013.
Lezingen gehouden op de plenaire vergadering
Jozef VAN LOON & Wouter SOUDAN, De Nieuwe Förstemann voor de Lage Landen (zie: Jozef VAN LOON, Het Antroponymisch Woordenboek van de historische Lage Landen. In: Han-delingen van de Koninklijke Commissie voor Toponymie & Dialectologie LXXXV [2013], 177-240)
Pierre VAN NIEUWENHUYSEN, Anciens toponymes et vieux chemins de Ganshoren.
Lezingen gehouden in de Vlaamse afdeling
Jan GOOSSENS, Met Kloeke op de fiets in het Zuiden
Eind augustus 1925 ondernam G.G. Kloeke een meerdaagse fietstocht door het zuiden van Noord-Brabant en door Belgisch Limburg om er de grens van de diftongering van de West-Germaanse û, met name van het woord muis, te leren kennen. Hij had deze gegevens nodig om zijn boek over de Hollandse expansie te kunnen afronden. In de omgeving van Bree had hij met fonetische noteringsmoeilijkheden af te rekenen. Vooral de medialisering van de dif-tongeringsaanloop in moews bezorgde hem problemen. Dit verschijnsel kan bij extreme ont-wikkeling tot uu-achtige realisaties leiden. Doordat Kloeke geen rekening hield met het feit dat de Nederlandse spontane palatalisatie van de û zich in Limburg niet heeft doorgezet – hier vinden we slechts palatalisatie in geval van umlaut – kwam hij tot een verkeerde interpretatie van zijn Limburgse gegevens, die echter al snel door J. Leenen werd rechtgezet. De aanzet van de tot palatalisatie leidende medialisering van Westgermaanse û is in de systematische ontronding te zoeken, die in de Breeërlandse dialecten stevig is verankerd.
Over Kloekes fietstocht zijn we niet alleen door zijn boek geïnformeerd, maar ook door zijn beschrijving ervan in een dagboek, dat in de universiteitsbibliotheek te Leiden wordt bewaard.
Jacques VAN KEYMEULEN, De Woordenbank van de Vlaamse dialecten: een stand van zaken
De woordenschat van de zuidelijke Nederlandse dialecten wordt verzameld in drie grote regionale woordenboeken: het Woordenboek van de Brabantse Dialecten (1960-2005), het Woordenboek van de Limburgse Dialecten (1960-2008) en het Woordenboek van de Vlaamse Dialecten (1972-). De drie woordenboeken zijn onomasiologisch geordend naar de lexicogra-fische inzichten van prof. A. Weijnen.
Wegens de onomasiologische ordening kunnen de woordenboeken in principe geen (gede-tailleerde) betekenis weergeven. Ze moeten – in weerwil van hun naam – veeleer opgevat wor-den als atlassen, en niet als woordenboeken. Ze zijn te beschouwen als geografisch georiën-teerde inventarissen van woordgebruik. Om een completer zicht te krijgen op het dialectlexi-con, moet de hulp ingeroepen worden van de ‘amateurlexicografie’, d.i. de dialectlexicografi-sche producten vervaardigd door niet-professionele lexicografen. Nagenoeg al de amateur-woordenboeken zijn alfabetisch geordend, en kunnen de betekenis van de lexemen dus in principe wel gedetailleerd beschrijven. Na de trefwoorden staat dikwijls ook nog andere mi-crostructurele informatie: woordsoort, voorbeeldzinnen enz. Vele amateurwoordenboeken zijn ook rijk aan allerhande types collaties (uitdrukkingen, spreekwoorden …).
Tijdens de lezing werd een database gepresenteerd, waarin een aantal dialectwoordenboe-ken is samengebracht, zowel die van de ‘oude’ 19de-eeuwse / begin 20e-eeuwse traditie, als de producten van de ‘dialectrenaissance’ uit de jaren 1970 en later. Een aantal woordenboeken werd gedigitaliseerd voor een database die werd verrijkt met annotaties: naast het originele trefwoord (dikwijls in een zelfbedachte dialectspelling) werden vernederlandsingen en AN-zoektermen toegevoegd. Op die manier wordt de woordcollectie beter ontsloten en doorzoek-baar gemaakt.
FRANS DEBRABANDERE, Het woord standvink: ‘staande steunbalk’.
Het WNT heeft bij De Bo de volgende varianten van het woord gevonden: standfijke, standvikke, staffijke, stamfijke,stamfikke, standflijke, standflikke, standvlikke. Het woord komt al in de 15de eeuw voor, bv. in 1484-85 stantfiken. Hoewel al deze varianten bekend waren, ging het WNT voor de verklaring van het woord alleen van de variant standvink uit. Het ety-mologisch woordenboek van Van Dale en dus ook de Grote Van Dale volgden het WNT en schreven dat het tweede lid vink niet duidelijk is. Standvink is evenwel een volksetymolo-gische vervorming van stantfijke en dat gaat duidelijk terug op Oudfrans estanfique ‘grond-muur, onderbouw’.
FRANS DEBRABANDERE, Epenthesis in familienamen.
Epenthesis of invoeging van een nasaal of liquida in een voortonige lettergreep is een be-kend verschijnsel. Bekende voorbeelden zijn pampier ‘papier’, komfoor < cauffoir, kamper-foelie < caprifolium, kortelet < kotelet. Bij de familienamen zijn de voorbeelden van epenthe-sis legio, o.m.: Bonquet < Bocquet, Bosquet, Dansercoer, Darchicourt < Dachicourt, Gain-vorste < Gevaerts, Monbailli < Maubailli, Sengier, Sergier < Ségier, Wantelet, Zwartelee < Watelet.
Frans DEBRABANDERE, Epenthesis in de familienamen
Lezingen gehouden in de Waalse afdeling
In de Waalse afdeling werden drie lezingen gehouden.
Marie-Guy BOUTIER, Détermination des formes grammaticales et localisation des textes. L’origine du pronom régime tonique moyen français régional lie, wallon lèye
Jean GERMAIN, Répartition et typologie des noms de famille
Esther BAIWIR, Quelques clés pour comprendre le Dictionnaire Étymologique Roman (DÉRom)
Een eigen website
De leden zijn het eens over de noodzaak hun eigen website voortdurend te actualiseren (www.toponymie-dialectologie.be). Het resultaat moet de wetenschappelijke resp. adviserende werkzaamheden van de Commissie en de individuele wetenschappelijke activiteiten, publicaties en internationale contacten van haar leden reflecteren. De leden zijn verzocht regel-matig hun actualiseringsvoorstellen bij de webmaster in te dienen.
Van de website wordt ook gebruik gemaakt om de klassieke publicaties van de Commissie aan te vullen. Zo verwijzen links in veel gevallen naar (anderstalige) samenvattingen van bij-dragen of naar moeilijk publiceerbare toponymische kaarten.
Een redactieraad
De leden van de beide secties van de Commissie voor Toponymie & Dialectologie hebben voor het tijdschrift van de vereniging (Handelingen / Bulletin) een (gemeenschappelijke) redactieraad (Fr.: ‘comité de lecture’) opgericht. Dit externe wetenschappelijke comité bestaat uit de volgende elf buitenlandse leden: Eva BUCHI, Jean-Pierre CHAMBON, Georg CORNELIS-SEN, A.C.M. GOEMAN, Ludger KREMER, Wulf MÜLLER, Bertie NEETHLING, Hermann NIE-BAUM, Damaris NÜBLING, Jean-Louis VAXELAIRE en Stefan ZIMMER. Deze ‘peer reviewers’, experts in de diverse wetenschapsdisciplines die in de publicaties van de commissie beoefend worden, zullen samen met het eigen redactieteam (de leden van de Commissie) het uitmuntende wetenschappelijke gehalte van het tijdschrift bewaken en garant staan voor een hoge internationaal geldende bibliometrische ranking.
Bestuur en ledenbestand
De Commissie vernam in 2013 met droefheid het overlijden van drie van haar ereleden: Jacques-Henri MICHEL (° 13.03.1927) op 11 juli, Willy BAL, (° 11.08.1916) op 18 augustus en Joseph MOORS (° 7.06.1914) op 24 december.
Publicaties
Handelingen/Bulletin
De Handelingen LXXXV (2013) tellen 270 bladzijden. Ze werden geruild met een aantal tijd-schriften en wetenschappelijke instellingen. De door aankoop of ruil verkregen werken zijn in onze bibliotheek (Paleis der Academiën, Hertogsstraat 1 te Brussel) gedeponeerd. Dertig exemplaren werden aan de wetenschappelijke centra van de Belgische universiteiten ten behoeve van onderzoekers en studenten ter beschikking gesteld.
Mémoire 26 de la Section wallonne
Nummer 26 van de reeks Mémoires van de Waalse afdeling van de Koninklijke Commissie voor Toponymie & Dialectologie werd eind 2013 in druk gegeven en zal in 2014 verschijnen. Deze studie van Jean LOICQ, lid van de Commissie en emeritus gewoon hoogleraar van de Universiteit te Luik, is een verklarend woordenboek van de waternamen van het Waalse Ge-west.
Bibliografische gegevens: Jean LOICQ, Les noms de rivières de Wallonie y compris les ré-gions germanophones. Dictionnaire analytique et historique. 2 tomes. Mémoire 26 de la Commission Royale de Toponymie & de Dialectologie, Section Wallonne. Éditions Peeters, Louvain-Paris. LII + 470 p. ISSN 0774-8396. ISBN 978-90-429-3051-3. (zie verder onder: Rapport annuel).
Advisering
Inzake plaatsnaamgeving werden de leden van de Vlaamse afdeling van de Commissie in 2013 door talrijke gemeenten, culturele verenigingen en privépersonen uit Vlaanderen en Brussel ge-raadpleegd. Vaak handelden de vragen ook over dialectkunde en persoonsnamen.
Het Nationaal Geografisch Instituut, Abdij ter Kameren 13, 1000 Brussel, heeft een beroep gedaan op Willy Van LANGENDONCK (KU Leuven, Instituut voor Naamkunde en Dialectologie, Blijde-Inkomststraat 21, kamer 3308, 3000 Leuven) voor advies inzake schrijfwijze en vorm van toponiemen uit diverse Vlaamse gemeenten.
Internationale contacten en samenwerkingsverbanden
Vier leden van Vlaamse afdeling van de Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialec-tologie (José CAJOT, Jan GOOSSENS, Ronny KEULEN, en Vic MENNEN), verleenden hun orga-nisatorische en inhoudelijke medewerking aan het 39e congres van de Vereniging voor Lim-burgse [= Belgisch- & Nederlands-Limburg] Dialect- en Naamkunde (onder de titel “André Stevens: 100 jaar Limburgse dialectologie en naamkunde in beide Limburgen”. Het vond plaats in het Gallo-Romeins Museum te Tongeren op 23 november 2013. Op voornoemd con-gres hield José CAJOT een lezing getiteld: “André Stevens’ bijdrage tot de RND-Dialectatlas VIII van beide Limburgen en het raadsel van zijn ‘verdwenen’ dialectopnamen”.
Op 6 juni woonde José CAJOT de openingssessies bij van het XVIe Colloque de la Société d’onomastique française dat op initiatief van de Waalse afdeling van de KCTD in de gebou-wen van de Koninklijke Academie (Hertogstraat 1, Brussel) van 6 tot 8 juni georganiseerd werd. Op 28 juni vertegenwoordigde hij de KCTD op het 150-jarig jubileum van het Lim-burgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap (Maastricht). Van 31 juli tot 2 augustus be-zocht hij de vierjaarlijkse Internationale Deutschlehrertagung aan de Freie Universität Bozen (Italië), en op de viering van Frans Debrabandere in de Koninklijke Academie voor Neder-landse Taal- en Letterkunde (Gent, 5 december 2014) sprak hij een laudatio uit over de ver-diensten van onze gewezen algemeen KCTD-secretaris.
Als lid van het dagelijks bestuur van de Werkgroep Buitenlandse Aardrijkskundige namen in het Nederlands (BAN) van de Nederlandse Taalunie nam Magda DEVOS op 14 november deel aan de jaarlijkse vergadering van de werkgroep te Roosendaal. Op 8 oktober sprak ze in Bre-dene op een studiedag van het Vlaams Instituut voor de Zee over “De etymologie van topo-niemen in de frontstreek van Wereldoorlog I”. Bij de presentatie van het boek Language & Space – Volume III : Dutch (De Gruyter Mouton) in de Koninklijke Academie voor Neder-landse Taal- en Letterkunde te Gent (18 december) gaf ze een lezing met het onderwerp “Het West-Vlaams: conservatisme en verandering”.
Paul KEMPENEERS stelde zijn publicatie “Toponymie van Attenhoven” (nr. 43 van het tijd-schrift Ons Landens Erfdeel) op 24 mei 2013 voor in de raadzaal van het stadhuis van Lan-den. De presentatie van zijn studie “Vertrijk. Plaatsnamen en hun geschiedenis” vond onder grote belangstelling op 13 november in Boutersem plaats.
Ann MARYNISSEN nam van 11 tot 12 januari 2013 deel aan het congres A Germanic Sand-wich 2013. Dutch between English and German. A Comparative Linguistic Conference (KU Leuven, departement Linguïistiek). Zij hield er een lezing met de titel “Het genus van Itali-aanse leenwoorden in het Nederlands en het Duits”; op 20 februari sprak zij in de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde te Gent over “De invloed van het Italiaans op het Nederlands en het Duits”. Op 30 oktober ten slotte gaf ze aan de Universiteit van Maastricht een voordracht over “Familienamen in Limburg” in het kader van de lezingenreeks Namen in Limburg van het Winand Roukensfonds.
Op 7 maart gaf Vic MENNEN een lezing voor de Heemkundige Kring van Herk-de-Stad met als thema “Plaatsnamen in het land van Demer en Herk”. Tijdens de voorstelling van zijn boek “Van Neusenberg tot Spiekelspade” bracht hij – als co-auteur met Willy Van Look en Joël Burny – een presentatie over het namengoed van Koersel (28 september 2013). Op 29 november 2013 werd zijn publicatie “Alle wegen leiden naar Lommel” in Cultuurcentrum De Adelberg voorgesteld; daarin worden door MENNEN de geschiedenis van het lokale wegennet en 270 historische straatnamen van de stad behandeld.
Jacques VAN KEYMEULEN gaf op 21 mei 2013 in Brussel voor de Koninklijke Academie voor de Overzeese Wetenschappen de lezing “Het Afrikaans en de Nederlandse kustdialec-ten”. Nog in Brussel sprak hij op 27 mei voor de Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie over “De Woordenbank van de Nederlandse Dialecten: een stand van zaken”. Op de Streektalendag ‘Digi-streek-taal’ van 28 september in Hasselt sprak hij “Taal als oraal erfgoed”. Tijdens de Dag van de Wetenschap op 24 november in de Gentse Vooruit gaf hij een lezing onder de titel Dialecten in Vlaanderen. Tijdens de AFRILEX-Conference in Port Elisabeth (Zuid-Afrika, 3 tot 5 juli 2013) hield hij een pre-conference workshop met als titel “Good fieldwork practices in Lexicography”. In Split (Kroatië) gaf hij op 18 september een lezing getiteld “Infixes in the Dutch dialects” (46ste congres van de Societas Linguistica Europea). Van 17 tot 19 oktober sprak hij samen met Veronique De Tier op het congres ‘Elex 2013. Electronic lexicography in the 21st century’ in Tallinn (Estland) over “The Word Bank of the Dutch Dialects”.
XVIe Colloquium van de Société d’onomastique française
In het raam van haar door de wet vastgelegde opdracht en op nadrukkelijk verzoek van de Federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid (Belspo) onderhoudt de Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie enge contacten met buitenlandse wetenschappelijke instel-lingen, genootschappen en commissies.
In het raam van haar missie en de samenwerking met haar Franse collega’s – organiseerde de Waalse afdeling van de Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie het XVIe Colloquium van de Société d’onomastique française. Het colloquium vond van 6 tot 8 juni 2013 plaats in de ruimten van het Paleis der Academiën, Hertogsstraat 1 te Brussel.
Met de meeste hoogachting,
Brussel, eind december 2013
prof. dr. José CAJOT, algemeen secretaris
prof. dr. Willy Van Langendonck, algemeen voorzitter